Palos - Dansbeschrijvingen

Alegrías
Een feestelijke vrolijke dans uit de havenstad Cádiz, gelegen in het zuiden van Andalusië. Deze dansvorm is ontstaan uit twee dansvormen n.l. de Argonese Jota en de Soleares. De Alegrías is een vrolijke vlotte pure Flamencodans en staat muziektheoretisch gezien in een majeur toonladder en is daardoor muzikaal redelijk goed te volgen, dit ten opzichte van andere Flamencodansvormen die in een phrygische toonladder staan. Het compás
( maat ) is echter ingewikkelder, het bestaat uit een 12 delige maat. De Alegrías bestaat traditioneel uit een aantal vaste onderdelen ( geen vaste bestaande choreografie ).
Al deze onderdelen worden geleerd en vormen uiteindelijk een complete choreografie.
Elk onderdeel heeft zijn eigen specifieke aspecten en technieken ( braceo of te wel
arm- en handbewegingen, palmas o.a. contra tiempo ) die er apart uitgelicht worden en via diverse oefeningen opgebouwd worden. De belangrijkste onderdelen zijn:

Met deze dans vorm je een goede tweede basis om andere Flamenco dans
vormen te leren.

Bulerías
Meer dan welke zang en dans ook, is de Bulerías het hoogtepunt van een feest, vooral bij zigeuners, die aan de Bulerías de voorkeur geven boven alle andere gezangen en dansen. De Bulerías is een van de snelste palos / stijlen. Wordt meestal in een kring gebezigd met kleine korte stukjes dans en veel jaleo.

Caña
De Caña is de oudste en de belangrijkste zang van de Flamenco en moet beschouwd worden als het prototype van de Cante Jondo ( diepe zang ). Het is het moeilijkste lied om zuiver te vertolken en gaat over het gehele stembereik. De maat is die van de Soleares en begint met een Ay ( lamentos ) die zeer lang uitgerekt wordt en kenmerkend zijn voor de zang.

Fandangos de Huelva met castagnetten
Een volksdans uit de provincie Huelva ( Zuid-Spanje ) welke geïntegreerd is in de Flamenco. Deze dans stamt waarschijnlijk af van de Jota uit Noord-Spanje. De dansers begeleiden zichzelf hierbij met castagnetten.

Farruca
De maat van de Farruca is gelijk aan die van de Tangos, hoewel de harmonische structuur van de gitaar verschillend is, evenals trouwens de accentuering en uitdrukking.
De Farruca wordt in principe uitsluitend door de man gedanst.

Guajiras met waaier
De Guajira is een Flamencoversie van een Cubaans ritme met dezelfde naam. De Spaanse veroveraars, conquistadores, van de zestiende eeuw brachten de Guajira uit Cuba naar Spanje. De meeste teksten hebben dan ook betrekking op Cuba en de Cubanen en hebben een zorgeloos en sensueel karakter, zo kenmerkend voor de Caribische eilanden. In deze sensuele dans komt de waaiertechniek om de hoek kijken.

Garrotín met sombrero / hoed
De Garrotín en de Farruca zijn er de meest verspreide bewijzen van dat de Flamenco ook invloeden heeft gehad van niet Andalusiche folklore, in dit geval uit Galicië en Austrië. Beide waren in de mode aan het begin van de 20ste eeuw en kregen een extra impuls door de toen overheersende smaak en door wat er op het toneel vereist werd. Afgezien van zijn historische bagage, is de Garrotín langzaam maar vrolijk, met zeer kleurrijke teksten. Vooral Carmen Amaya heeft de Garrotín populair gemaakt.

Martinetes / Siguiriyas met of zonder castagnetten
De naam Martinetes is afgeleid van martillo-hamer- en zou voortgekomen zijn uit het gezang van de ijzersmid of koperslager aan de arbeid, zichzelf begeleidend met het slaan van de hamer op het aambeeld. Dit ambacht is in Andalusië vrijwel geheel in handen van de zigeuners. Dit lied is droevig van inhoud en melodie, buitengewoon moeilijk te vertolken, omdat zij van stem en emotie het uiterste vergt. Hieruit voortvloeiend komt de Siguiriyas welke een van de meest zigeunerachtige Flamencoritmes (cante jondo), ontstaan uit de Tonas (de oudste van de flamencovormen, een onbegeleide klaagzang ). Zonder twijfel de meest dramatische van de “cantes Flamenco”. De Siguiriyas kan uitgevoerd worden met castagnetten.

Peteneras met manton ( omslagdoek )
De geschiedenis van de Peteneras is ontstaan door een mooie vrouw, die verliefd werd op een man. Deze liet haar, na haar verleid te hebben, in de steek en La Petenera zwoer wraak op alle mannen. Zij zou een vrouw van lichte zeden zijn geworden en wijdde zich aan het links en rechts breken van harten en ze stierf uiteindelijk in de armen van een op haar verliefde minnaar. Deze zwarte legende was naar alle waarschijnlijkheid de oorzaak van het bijgeloof, dat de Peteneras ongeluk brengt, zozeer zelfs dat er ook nu nog zeer veel artiesten zijn die ronduit weigeren om ze uit te voeren. Het meisje, zo zegt het lied, heette Petenera en men denkt dat zij uit Paterna de la Ribera kwam, een dorp dichtbij Jerez de la Frontera (Cádiz). De gelijkenis tussen “Paternera” ( meisje uit Paterna ) en Petenera heeft geleid tot het idee dat deze liedsoort haar naam te danken heeft aan een verkeerde uitspraak van Paternas Bij deze dans komt de techniek van de manton aan de orde.

Romeras
De Romeras zijn een vorm van de Cantinas. De laatsten zijn liederen afgeleid van het woord “Cantinear” – een moeilijk te vertalen woord, dat zoveel betekent als spelen, improviseren, fantaseren met het lied. De Cantinas zijn een belangrijke groep, waarvan de bekenste vorm de Alegrías de Cádiz is. De naam Romereas wordt vaak toegeschreven aan een groot zanger uit de 19e eeuw, genaamd Romero el Tito, die op een bepaalde eigen manier Cantinas gezongen zou hebben waardoor men deze versie Romeras is gaan noemen. Historisch bewijs hiervan is echter niet voorhanden. Aangezien de Cantinas vrijwel uitsluitend als liederen ter begeleiding van de dans worden gebracht, zijn deze liedvormen door de grote zangers lange tijd genegeerd. Tegenwoordig echter is de belangstelling, vooral voor de Romeras, toegenomen en hoort men vaak cante grande – grote zang – vertolkingen van de Romeras.

Rumba
Ritmisch gezien, behoort de Rumba tot de familie van de Tangos en de Colombianas, hoewel de accenten anders liggen. Hij is ontleend aan de Cubaanse rumba. Wanneer hij goed wordt gedanst, is hij heel sensueel, suggestief en aanstekelijk.

Sevillanas traditioneel
De Sevillanas (een paardans) is een feestelijke volksdans die geïntegreerd is in de Flamencodans Deze dans is in heel Spanje populair en wordt bij allerlei gelegenheden zoals bruiloften, feesten en op feria’s gedanst ( zelfs in de disco). De dans komt van oorsprong uit Castilla en niet uit Sevilla zoals de naam doet vermoeden. De Sevillanas wordt in Sevilla wel als eigen dans beschouwd. De Sevillanas bestaat uit 4 coplas ( 4 kleine dansjes ). Bij deze dans komen technieken om de hoek kijken die van belang zijn om andere vormen van Flamenco te kunnen dansen zoals:

Sevillanas Flamenca
In tegenstelling van de gewone traditionele Sevillanas wordt deze niet in paren gedanst. Het heeft wel dezelfde structuur en bestaat eveneens uit 4 coplas ( 4 kleine dansjes ). Echter met meer Flamenco invloeden waaronder meer voetenwerk.

Siguiriyas
Is het gezang van de ijzersmid of koperslager aan de arbeid, zichzelf begeleidend met het slaan van de hamer op het aambeeld. Dit ambacht is in Andalusië vrijwel geheel in handen van de zigeuners. Dit lied is droevig van inhoud en melodie, buitengewoon moeilijk te vertolken, omdat zij van stem en emotie het uiterste vergt. De Siguiriyas een van de meest zigeunerachtige flamencoritmes (cante jondo), ontstaan uit de Tonas (de oudste van de flamencovormen, een onbegeleide klaagzang ). Zonder twijfel de meest dramatische van de "cantes flamenco".

Soleares
Een van de basisvormen. Je zou kunnen zeggen dat het de perfecte vorm van de
“Cante Flamenco” is, waarin de schoonheid en diepzinnigheid in harmonie zijn. Daarom vaak beschreven als “de moeder van de zang”.

Solea por Bulerías
[Soleares] soleá por bulerías is, zoals de naam al suggereert, een soleares met het tempo en de drive van een Bulerías. De soleá por Bulerías wordt vaak beschouwd als een hybride vorm. Er zijn 4 eigenschappen die kenmerkend zijn voor de soleá por Bulerías ( ook wel soleares por bulerías genoemd ) nl.:

Solea por Bulerías met castagnetten
EVoor de beschrijving van de Solea por Bulerías zie hierboven.
Echter in dit geval uitgevoerd met castagnetten en een andere choreografie

Tangos Flamenco
Er zijn verscheidene soorten Flamenco Tango’s in heel Andalusië. De Tangos Flamenco niet verwarren met de Tangos uit Argentiene of de ballroom, dit is een andere dansvorm. de Tangos Flamenco heeft geen directe banden met de Argentijnse- of de Ballroom Tango(s). Maar de meest populaire zijn die uit Cádiz. De Tango’s worden ook Tientos Gitanos genoemd en zij worden beschouwd als een der oudste liedvormen van de zigeuners

Tangos Canasteros
Deze naam kan veel verwarring doen ontstaan. Er bestaat namelijk een Tientos Canasteros, een Tangos Flamenco en Tangos Canasteros. Met al deze namen wordt hetzelfde bedoeld, n.l. een zang en dans van de Canasteros- de mandenvlechters.

Tangos del Piyayo con bastón
De Tangos del Piyayo wordt ook wel tangos de Málaga genoemd is een vorm van de Tango Flamenco. De Tangos del Piyayo is vernoemd naar de gitarist en zanger El Piyayo (geboren in Málaga), die met deze Tangos veel furore maakte in de omgeving van Málaga. Een kenmerk is dat deze tangos gespeeld wordt in A mineur. De dansvorm die wij bezigen is er een met bastón (een wandelstok) welke gebruikt wordt als percussie instrument.

Tarantos
De Tarantos is de gedanste vorm van de Tarantas, die op haar beurt weer een vorm is van een Andalusische Fandango. Onstaan in het oosten van Andalucië ( Almería, Jaén, Murcia etc. ). Aangepast en Flamenco eigen gemaakt, verkrijgt de Tarantos zijn huidige vorm in de laatste helft van de vorige eeuw. De teksten verwijzen naar de meest uiteenlopende aspecten van het menselijk bestaan, maar meestal brengt men het in verband met die thema’s die de mijnen in het oosten van Andalucië als onderwerp hebben. De dans eindigd vaak in een vrolijke Tango Canasteros.

Tientos
De Tientos behoren tot de meest fiere, ritmische en sensuele dansen van de Flamenco. De maat en structuur zijn identiek aan die van de Tangos Flamenco waarin deze ook meestal eindigt.

Zapateado
Een virtuoze dans, die als enig doel heeft het muzikale voetenwerk van de danser(s) te tonen en de gitarist komt de moeilijke rol van begeleiding toe, want hij moet de stiltes en accentueringen van het voetenwerk tot in de perfectie kunnen volgen.